Een navelbreuk, of hernia umbilicalis, bij kinderen is een aangeboren opening van de stevige lagen bij de navel. De stevige lagen onder de huid zijn nog niet gesloten waardoor er een opening ontstaat. Hier kan wat darm- of buikvetweefsel in komen (herniëren).

  • Epidemiologie 
    Een navelbreuk komt bij ongeveer 1 op de 1.500 pasgeborenen voor. Bij 85% van de kinderen sluit deze spontaan voor het 4e levensjaar. 

    Diagnose
    De diagnose wordt gesteld op basis van het lichamelijk onderzoek. Aan de buitenkant wordt een zwelling van de navel gezien. Er is ook een opening te voelen bij de navel. In de meeste gevallen heeft het kind hier geen last van. Soms valt het ouders op dat het kind moeilijker poept of pijnklachten ervaart. In uiterst zeldzame gevallen gaat de zwelling niet vanzelf weg en is deze pijnlijk. Er is dan sprake van een beklemming van het weefsel. In dat geval zal de (kinder)chirurg de zwelling met spoed moeten terugduwen en eventueel een spoedoperatie uitvoeren. 

    De behandeling
    Tijdens de operatie wordt een kleine snee onder de navel gemaakt en de stevige lagen naar elkaar gebracht met oplosbaar hechtdraad. 

    Na de operatie
    Na de operatie gaat het kind van de uitslaapkamer naar de kinderafdeling. Als het kind nog erg jong is kan het zijn dat het een nacht wordt opgenomen. Anders mag het kind dezelfde dag nog naar huis. De dokter ziet het kind dan enkele weken later weer op de poli. De wonden mogen nat worden inclusief de pleisters. Het is belangrijk de wondjes niet te weken en nadien goed droog te maken.

    Risico’s van de operatie 
    De kans op nabloeding en infecties na de operatie is klein.

Sluit de enquête