Colitis Ulcerosa

Colitis Ulcerosa (CU) is een ontstekingsziekte van alléén de dikke darm die gepaard gaat met zweervorming (ulcera). CU ontstaat door een afweerreactie tegen het eigen afweersysteem, een auto-immuunziekte. Patiënten hebben vaak buikpijn, veelvuldig en dunne ontlasting, vaak gemengd met bloed. De ziekte kan op ieder moment opzetten en dan weer tot rust komen, al dan niet door te behandelen met medicatie. De exacte oorzaak van CU is niet bekend, hoewel er wel relaties gevonden zijn met bepaalde omgevingsfactoren. Daarnaast bestaat er een relatie van enkele genen met de ontwikkeling van CU.

  • Epidemiologie 
    In het noordelijk deel van Europa en in Noord-Amerika komt CU relatief vaak voor, variërend van 150 tot 300 per 100.000 inwoners. Meestal beginnen de eerste tekenen tussen de 15 en 30 jaar. In Nederland zien we jaarlijks 1500 mensen met CU.

    Diagnose
    De diagnose wordt eerst gesteld door de kinder(-maag-darm-lever)arts. Op basis van het verhaal en lichamelijk onderzoek gecombineerd met bloeduitslagen en endoscopie en met afnemen van weefselfragmenten (met een camera wordt dan de dikke darm van binnen bekeken), wordt de diagnose vaak bevestigd. Aanvullend kan nog een echo en MRI-scan worden gemaakt.

    De behandeling
    De behandeling van CU gebeurt in eerste instantie door de kinder-maag-darm-leverarts. Hij probeert met medicijnen de ziekte onder controle te krijgen. Als medicijnen geen effect hebben of als er blijvende klachten bestaan, is een operatie noodzakelijk. Ook als de ziekte acute klachten geeft die niet met medicijnen onder controle zijn te krijgen, dan kan op korte termijn worden gekozen voor een operatie. In dat geval wordt de hele dikke darm en de endeldarm verwijderd. De dunne darm wordt dan aangesloten op de anus. Dit gebeurt door een zogenoemde pouch te maken van de dunne darm zodat er een reservoir ontstaat om de ontlasting in te verzamelen. Als de dikke darm en endeldarm zijn verwijderd, is de patiënt genezen. De operatie gebeurt doorgaans in twee keer. Bij de eerste operatie wordt de dikke darm verwijderd en een tijdelijk stoma van de dunne darm gemaakt. Na een paar maanden volgt de tweede operatie waarbij het stoma wordt opgeheven, de endeldarm wordt verwijderd en de dunne darm op de anus wordt aangesloten. De operaties gebeuren via een kijkoperatie.

    Na de operatie
    Na de operatie verblijft het kind nog enkele dagen op de kinderafdeling. In die periode wordt in de gaten gehouden of het eten weer normaal kan worden opgebouwd, de darmen weer op gang komen, de pijn goed onder controle is en het kind weer gewoon mobiel is. Na de operatie komt het kind ter controle op de poli.

    Risico’s van de operatie 
    Als er een nieuwe darmverbinding wordt gemaakt, bestaat er altijd een kleine kans dat deze niet goed geneest en gaat lekken. Dan is een nieuwe operatie noodzakelijk. De kans op een wondinfectie en een nabloeding is klein.

    Verwachtingen op de lange termijn 
    Door het weghalen van de dikke darm wordt de ontlasting dunner. Door de pouch is er wel een reservoir gemaakt. Na de operatie zal er dus wel vaker naar het toilet worden gegaan maar is er verder een goede continentie.

    Nuttige links

    Betrokken specialismen
    De behandeling van patiënten met CU is in het bijzonder de kinder maag-darm-leverarts betrokken.

Sluit de enquête